` »
( 28
winter zoo dikwijls ziet, zonder op dan droogblüvende accessen
te letten. Deze brengt ze op dat terrein; gene verschuift ze
I wat meer oostwaarts of westwaarts; terwijl de geleerden (sie)
over een meerdere of mindere diepte van 0.05 M. het niet eens
kunnen worden. Ja, om van de tot vervelens toe behandelde Q,
ijs-quaestie, die steeds zeer veel handenai·beid zal vorderen, niet
te gewagen, -in den laatsten tijd is zelfs de nijverheid er zich 1;
mee gaan beginnen te bemoeien, in den vorm van aangeprezen, i
( nieuwerwetsche pompraderen, - is ook al over het inondeeren 5
met drävencle stoomgemalen gesproken, wat eenigszins aan het ,
voeden van een olifant met theelepeltjes doet denken. l
Nu, zoolang het water slechts in onze verbeelding binnen-
vloeit, is dat alles een betrekkelijk onschuldig vermaak; maar
in de werkelijkheid zal de ook deze aangelegenheid regelende ‘
zwaartekracht: peil, hoeveelheid, enz. wel uitmaken.
Ondertusschen, om op Kainos terug te komen, is werke-
die mogelüke doorsteking van den Zeedijk zulk een over- 1
wegend bezwaar?
Naarden, waarvan de naaste omgeving het hooge peil voi·-
dert, is gevallen; men heeft dus slechts te doen met de Kom
)Vestbroek-Zuiderzeedijk, waarvoor een peil van + 0.2 (blz. 22
en 23 van Kainos) voldoende is, om de daarin gelegen lan-
den - niet alle accessen - onder water te brengen. Dat peil
behoudende, zijn aanvalswerken op die landen tegenover een
Vesting als Muiden is en dan nog meer zal wezen, tegenover ‘
wat de tijdelijke Positie dan te lC[uiderberg k.an zijn, echter een
onmogelijkheid; de aanvaller mist daartoe in de nabijheid gram!.
Stel nu het kanaal wordt gegraven door den Zeedijk en het
vóórland, (want veel bewesten Muiderberg, waar geen vóór-
land is, kan het niet, omdat de vijand tijdens den aanval op
Muiden, zijn gemeenschap deerlijk in de waagschaal zou stel-
len), dan zal ontegenzeggelijk bij lage ebbe11 waterwegvloeien. Y
De hoeveelheid zal wel afhangen van de proiielen van ’t kanaal,
dat, om invloed uit te oefenen, niet zoo gering moet zijn, zoo-
mede van ’t inondatiepeil (+ 0.2) en den lagen ebstand. (1)
(1) De gem. ebstand te Muiden, xnaandsgewijze bepaald in 1873, was het laagst
in Maart, zijnde + 0.35 en het hoogst in October, zijnde + 0.14. De laagste
ebstand in dat jaa? had plaats op 31 December, als wanneer het water daalde tot
+ 0.94. De gem. vloedstand aldaar, op dezelfde wijze bepaald, was het hoogst in
October en November (-|- 0.16) en het laagst in Februari (4- 0.07), terwijl de
vloed den hoogsten stand bereikte op 17 December, zijnde -j- 1.38. Over het
geheele jaar genomen, waren de gem., standen van vloed en eb + 0.10 en-;0 23. l'
is " U
t
ä
( 28
winter zoo dikwijls ziet, zonder op dan droogblüvende accessen
te letten. Deze brengt ze op dat terrein; gene verschuift ze
I wat meer oostwaarts of westwaarts; terwijl de geleerden (sie)
over een meerdere of mindere diepte van 0.05 M. het niet eens
kunnen worden. Ja, om van de tot vervelens toe behandelde Q,
ijs-quaestie, die steeds zeer veel handenai·beid zal vorderen, niet
te gewagen, -in den laatsten tijd is zelfs de nijverheid er zich 1;
mee gaan beginnen te bemoeien, in den vorm van aangeprezen, i
( nieuwerwetsche pompraderen, - is ook al over het inondeeren 5
met drävencle stoomgemalen gesproken, wat eenigszins aan het ,
voeden van een olifant met theelepeltjes doet denken. l
Nu, zoolang het water slechts in onze verbeelding binnen-
vloeit, is dat alles een betrekkelijk onschuldig vermaak; maar
in de werkelijkheid zal de ook deze aangelegenheid regelende ‘
zwaartekracht: peil, hoeveelheid, enz. wel uitmaken.
Ondertusschen, om op Kainos terug te komen, is werke-
die mogelüke doorsteking van den Zeedijk zulk een over- 1
wegend bezwaar?
Naarden, waarvan de naaste omgeving het hooge peil voi·-
dert, is gevallen; men heeft dus slechts te doen met de Kom
)Vestbroek-Zuiderzeedijk, waarvoor een peil van + 0.2 (blz. 22
en 23 van Kainos) voldoende is, om de daarin gelegen lan-
den - niet alle accessen - onder water te brengen. Dat peil
behoudende, zijn aanvalswerken op die landen tegenover een
Vesting als Muiden is en dan nog meer zal wezen, tegenover ‘
wat de tijdelijke Positie dan te lC[uiderberg k.an zijn, echter een
onmogelijkheid; de aanvaller mist daartoe in de nabijheid gram!.
Stel nu het kanaal wordt gegraven door den Zeedijk en het
vóórland, (want veel bewesten Muiderberg, waar geen vóór-
land is, kan het niet, omdat de vijand tijdens den aanval op
Muiden, zijn gemeenschap deerlijk in de waagschaal zou stel-
len), dan zal ontegenzeggelijk bij lage ebbe11 waterwegvloeien. Y
De hoeveelheid zal wel afhangen van de proiielen van ’t kanaal,
dat, om invloed uit te oefenen, niet zoo gering moet zijn, zoo-
mede van ’t inondatiepeil (+ 0.2) en den lagen ebstand. (1)
(1) De gem. ebstand te Muiden, xnaandsgewijze bepaald in 1873, was het laagst
in Maart, zijnde + 0.35 en het hoogst in October, zijnde + 0.14. De laagste
ebstand in dat jaa? had plaats op 31 December, als wanneer het water daalde tot
+ 0.94. De gem. vloedstand aldaar, op dezelfde wijze bepaald, was het hoogst in
October en November (-|- 0.16) en het laagst in Februari (4- 0.07), terwijl de
vloed den hoogsten stand bereikte op 17 December, zijnde -j- 1.38. Over het
geheele jaar genomen, waren de gem., standen van vloed en eb + 0.10 en-;0 23. l'
is " U
t
ä