stemt en daarvoor ijvert, doorzie dien eisch goed
in zijn aard en gevolgen, en, zóó gij dan dienover-
eenkomstig verlangt dat de Staat zijn opperschool
meesterschap late varen, en het onderwijs zoo veel ’
mogelijk overlate aan de Kerk en aan particulier i
initiatief, leg dan de hand op het hart en vraag u
zelve ernstig af, of de weinige activiteit die over ’t
algemeen tot dusver nog voor de oprigting van bij ·
zondere lagere scholen wordt aan den dag gelegd, wel Ii
in waarheid voor het grooter deel is te wijten aan
den Staat, aan wien gij thans geld vraagt,`iaan den l
overvloed en de rijke begiftiging va11 openbare scholen f
die hij oprigtP Of gij niet veeleer beterzoudt doen · ï
met diepe schaamte te erkennen dat de gemeente van J
den Heer Jezus Christus, Wiens belijdenis naar de l
Schriften gij met"mij als den eenigen grondslag voor
de opvoeding van het opkomend geslachtaanneemt,
behoudens loffelijke uitzonderingen van enkele leden j ‘ `
Ontzaggelijk flaauw is in de ondersteuning van uwi
onderwijs, en dat zoowel dit gemis eener algemeene
olïervaardigheid, als de liaauwheid in de voortplan i
ting van het geloofsbeginsel in het algemeen , de schuld
is van den weinigen voortgang van het vrije, chris- ,
telijke onderwijs. 1
Erkent gij dit, erken dan ook dat gij aan den
Staat geen geld moogt vragen, maar vraag subsidie,
vraag restitutie . .. aan de Kerk! ‘
ARNHEM, Mei 1875.
4
in zijn aard en gevolgen, en, zóó gij dan dienover-
eenkomstig verlangt dat de Staat zijn opperschool
meesterschap late varen, en het onderwijs zoo veel ’
mogelijk overlate aan de Kerk en aan particulier i
initiatief, leg dan de hand op het hart en vraag u
zelve ernstig af, of de weinige activiteit die over ’t
algemeen tot dusver nog voor de oprigting van bij ·
zondere lagere scholen wordt aan den dag gelegd, wel Ii
in waarheid voor het grooter deel is te wijten aan
den Staat, aan wien gij thans geld vraagt,`iaan den l
overvloed en de rijke begiftiging va11 openbare scholen f
die hij oprigtP Of gij niet veeleer beterzoudt doen · ï
met diepe schaamte te erkennen dat de gemeente van J
den Heer Jezus Christus, Wiens belijdenis naar de l
Schriften gij met"mij als den eenigen grondslag voor
de opvoeding van het opkomend geslachtaanneemt,
behoudens loffelijke uitzonderingen van enkele leden j ‘ `
Ontzaggelijk flaauw is in de ondersteuning van uwi
onderwijs, en dat zoowel dit gemis eener algemeene
olïervaardigheid, als de liaauwheid in de voortplan i
ting van het geloofsbeginsel in het algemeen , de schuld
is van den weinigen voortgang van het vrije, chris- ,
telijke onderwijs. 1
Erkent gij dit, erken dan ook dat gij aan den
Staat geen geld moogt vragen, maar vraag subsidie,
vraag restitutie . .. aan de Kerk! ‘
ARNHEM, Mei 1875.
4