58
lj .
ons doen gevoelen, en een deel van de vele openbare
I; 5 bedieningen ook ons hoogst welkom zouden zün, hebben
j wij steeds - en het is ons lief dit ook nu nog evenzeer
g te doen - met liefde de kans, van tot een ambt benoemd
i te worden, prüs gegeven, het stoffelijk en morele voordeel
aan de bedieningen verbonden, laten varen, om der wille
van de ons dierbare godsdienst. Waar het echter geldt
, ä . het belang van het openbaar onderwijs, dus, geen stoffelijk
maar wel het zedelijk, geestelijk belang des volks, bij
welks regeling men zich hier te lande teregt op een
ë neutraal - dit wil zeggen: op een zooveel mogelijk tegen
j` over allen gelijk goedgezind, en niet op een tegenover
allen geläkelijk vijandig standpunt plaatste, waarop men
i. i, zich ook en vooral in het vervolg krachtig moet blqïven
if plaatsen; waar men dus met en door de bevordering van
` dit algemeen'geestelijk, zedelijk belang, stellig het zedelijk
p belang van een deel 4 wel beschouwd bron en voedster
E van het geheel - niet mag benadeelen; waar ook, afgezien
j van die morele zijde der zaak, tevens de school geestelük
l en stoffelijk krachtiger zal worden door toevoer van nieuwe,
g versche, gezonde onderwijskraohten, waaraan men toch
`§; g · zoo groote behoefte heeft, en welke behoefte, welke onder-
; 2 wüzersnood hoe langer hoe grooter zal worden, daar heb
j ik grooten moed en vertrouwen, dat ik mijn pleidooi wel
l= _; zal winnen bij de werkelük liberale mannen, zooals er in
{ = den lande, Goddankl nog velen zijn, óók aan de linker-
l ‘ zijde. ZQ zullen beseffen, dat het nadeel der opoffering I
van den halven of geheelen Zaturdagschen schooltiqd
p wel door groote voordeelen wordt opgewogen; ook doordien
{ wij Joden alsdan met een gerust geweten ook verder kunnen
medegaan met de gemengde school. i
j ' Maar gij, antirevolntionnairen en geloovige Katholie-
‘ · i P ken, hoe zult gij tegenover ons belijders der Mozaische
al godsdienst ook hierin gezind zgn? Gü moogt U noemen: j
A antiwevolutionnairen, gij moogt veel van hetgeen gij als
l i
lj .
ons doen gevoelen, en een deel van de vele openbare
I; 5 bedieningen ook ons hoogst welkom zouden zün, hebben
j wij steeds - en het is ons lief dit ook nu nog evenzeer
g te doen - met liefde de kans, van tot een ambt benoemd
i te worden, prüs gegeven, het stoffelijk en morele voordeel
aan de bedieningen verbonden, laten varen, om der wille
van de ons dierbare godsdienst. Waar het echter geldt
, ä . het belang van het openbaar onderwijs, dus, geen stoffelijk
maar wel het zedelijk, geestelijk belang des volks, bij
welks regeling men zich hier te lande teregt op een
ë neutraal - dit wil zeggen: op een zooveel mogelijk tegen
j` over allen gelijk goedgezind, en niet op een tegenover
allen geläkelijk vijandig standpunt plaatste, waarop men
i. i, zich ook en vooral in het vervolg krachtig moet blqïven
if plaatsen; waar men dus met en door de bevordering van
` dit algemeen'geestelijk, zedelijk belang, stellig het zedelijk
p belang van een deel 4 wel beschouwd bron en voedster
E van het geheel - niet mag benadeelen; waar ook, afgezien
j van die morele zijde der zaak, tevens de school geestelük
l en stoffelijk krachtiger zal worden door toevoer van nieuwe,
g versche, gezonde onderwijskraohten, waaraan men toch
`§; g · zoo groote behoefte heeft, en welke behoefte, welke onder-
; 2 wüzersnood hoe langer hoe grooter zal worden, daar heb
j ik grooten moed en vertrouwen, dat ik mijn pleidooi wel
l= _; zal winnen bij de werkelük liberale mannen, zooals er in
{ = den lande, Goddankl nog velen zijn, óók aan de linker-
l ‘ zijde. ZQ zullen beseffen, dat het nadeel der opoffering I
van den halven of geheelen Zaturdagschen schooltiqd
p wel door groote voordeelen wordt opgewogen; ook doordien
{ wij Joden alsdan met een gerust geweten ook verder kunnen
medegaan met de gemengde school. i
j ' Maar gij, antirevolntionnairen en geloovige Katholie-
‘ · i P ken, hoe zult gij tegenover ons belijders der Mozaische
al godsdienst ook hierin gezind zgn? Gü moogt U noemen: j
A antiwevolutionnairen, gij moogt veel van hetgeen gij als
l i