_ 53 i
. ` degelijkheid zie ik overal op de gezichten der mannen om mij .
[ heen, slapheid en aanstellerij zijn verdwenen, de eenvoudige
g uniform heeft hen aangepast aan den ernst van het slag-
, veld, hunne dagelijksche omgeving.
, Rondom de tafels in deze goed verlichte zaal hadden
. kort geleden nog Russische generaals en oversten gezeten.
_ Hier waren de groote overwinningen en de kleine neder~
- lagen gevierd en betreurd met parelende champagne. J
1 · Nu waren de vier lange tafels bezet door moede, hongerige
S mannen. Oppassers in witte kielen liepen af en aan met
dampende schotels en volle bekers. Eenvoudige, stevige
1; soldatenkost, voor allen gelijk, van den bevelvoerenden
·- . . generaal tot den. jongsten luitenant, vormde het maal. Druk
» -gesprek en vroolijke scherts zoemden in de zaal.
Tegenover mij zat een jonge luitenant. Ik zou onmiddellijk
y. het type uit Berlijn hebben herkend, wanneer hij het lint
Q van het IJzeren Kruis in zijn knoopsgat had gedragen.
;, Pas later werd ik de schouderlappen met het vliegeniers
; onderscheidingsteeken gewaar. Hij zat stil en teruggetrokken
,1 aan tafel, bijna jongensachtig schuchter. Geen wonder, alle
y- overigen aan dezen disch waren mannen van middelbaren
1. leeftijd. Ik zat stil te luisteren naar de scherts en den ernst
van anderen over hunne vroolijke en treurige wederwaardig
J. heden aan de fronten, over het leven en over den dood.
3- Ik dacht aan alles en nog wat en schonk aandacht aan den
n jongen vliegenier. Hij was zeker pas hier in het Oosten
J, aangekomen en voelde zich nog niet zeevast.
D Opeens wendde majoor X., mün linkerbuurman, zich tot
gl, den jongen luitenant met een vraag:
te _ g ”Wel, hoe is het gegaan vandaag?"
tn ,,Goed majoor !"
gp De vraag klonk meer als vriendelijke belangstelling, dan I
wel om een verhaal uit te lokken. Voor mij echter was
lg Z het van belang, om meer te weten te komen, weshalve ik
ig aan den majoor vroeg, welke opdracht door den vliegenier
m was vervuld. Mijn vraag zou voor buitenstaanders mis-
·S- schien onbescheiden klinken, doch door mijn langdurig
1;, r verblijf in hun midden, beschouwden de oflicieren mij als
gs een der hunnen.
11- ,,Deze jonge luitenant heeft een verkenningsvlucht achter
gp het Russische front gedaan," antwoordde de majoor mij
gn bereidwillig. _
. ` degelijkheid zie ik overal op de gezichten der mannen om mij .
[ heen, slapheid en aanstellerij zijn verdwenen, de eenvoudige
g uniform heeft hen aangepast aan den ernst van het slag-
, veld, hunne dagelijksche omgeving.
, Rondom de tafels in deze goed verlichte zaal hadden
. kort geleden nog Russische generaals en oversten gezeten.
_ Hier waren de groote overwinningen en de kleine neder~
- lagen gevierd en betreurd met parelende champagne. J
1 · Nu waren de vier lange tafels bezet door moede, hongerige
S mannen. Oppassers in witte kielen liepen af en aan met
dampende schotels en volle bekers. Eenvoudige, stevige
1; soldatenkost, voor allen gelijk, van den bevelvoerenden
·- . . generaal tot den. jongsten luitenant, vormde het maal. Druk
» -gesprek en vroolijke scherts zoemden in de zaal.
Tegenover mij zat een jonge luitenant. Ik zou onmiddellijk
y. het type uit Berlijn hebben herkend, wanneer hij het lint
Q van het IJzeren Kruis in zijn knoopsgat had gedragen.
;, Pas later werd ik de schouderlappen met het vliegeniers
; onderscheidingsteeken gewaar. Hij zat stil en teruggetrokken
,1 aan tafel, bijna jongensachtig schuchter. Geen wonder, alle
y- overigen aan dezen disch waren mannen van middelbaren
1. leeftijd. Ik zat stil te luisteren naar de scherts en den ernst
van anderen over hunne vroolijke en treurige wederwaardig
J. heden aan de fronten, over het leven en over den dood.
3- Ik dacht aan alles en nog wat en schonk aandacht aan den
n jongen vliegenier. Hij was zeker pas hier in het Oosten
J, aangekomen en voelde zich nog niet zeevast.
D Opeens wendde majoor X., mün linkerbuurman, zich tot
gl, den jongen luitenant met een vraag:
te _ g ”Wel, hoe is het gegaan vandaag?"
tn ,,Goed majoor !"
gp De vraag klonk meer als vriendelijke belangstelling, dan I
wel om een verhaal uit te lokken. Voor mij echter was
lg Z het van belang, om meer te weten te komen, weshalve ik
ig aan den majoor vroeg, welke opdracht door den vliegenier
m was vervuld. Mijn vraag zou voor buitenstaanders mis-
·S- schien onbescheiden klinken, doch door mijn langdurig
1;, r verblijf in hun midden, beschouwden de oflicieren mij als
gs een der hunnen.
11- ,,Deze jonge luitenant heeft een verkenningsvlucht achter
gp het Russische front gedaan," antwoordde de majoor mij
gn bereidwillig. _