J
8 .
mogelikheid voor ogen had gesteld, dat zich in het
door de Compagnie te veroveren gebied vrije kolo
nisten zouden vestigen. Aan de Kaap echter werd
het nut van een zodanige vestiging vroeg ingezien,
want reeds in 1657 wees _lAN VAN RIEBEEK grond aan 5,
aan ,,vrije luyden" onder zekere voorwaarden ,,nader
ordren onser principalen". 1) Blijkbaar werd de afwe-
zigheid van algemeen geldende wettelike verordeningen
gevoeld, want een van die voorwaarden was, dat
de ,,v1‘ije luyden" ,,sullen staan onder soodanige bur-
gerlijcken wetten ende rechten als na de vaderlantse
ende Indiese manieren gebruyckelijck is, ofte na desen ë
tot dienst van d’E. Compagnie ende meerder welvaart il
van ’t gemeen bevonden sal worden te behooren, ende x
bij placcaten ofte andersins te stellen, ’t welcke alles
in desen te langh soude vallen te begrijpen, maar bij
tijts ende wijle sigh selffs wel sal aanwijsen, ende van _
onze heeren principalen uijt ’t Patria vorders g’ordon-
neert cunnen worden, als het d’selve haer Ed. ten A
besten sullen bevinden te vereijsschen/’ 9) Zie ik juist, i
dan hebben wij hier de grondslag, waarop ons recht in i
Zuid Afrika rust. Hen, die iets weten van de rechts- A
v toestanden hier te lande in deze tijd, behoef ik niet
te wijzen op het vage van het begrip: ,,wetten ende l`
rechten naer de vaderlantse manieren gebruyckelijck". ,
g In vele opzichten stemden die wetten overeen maar
allerbelangrikste verschillen ontbraken er ook niet.
Een rechtspraak, met die verschillende wetten als basis, p
i was een onmogelikheid. De heer Roos, de tegen- j;
k
1) Dagverhaal II, p. 1 go. i
Y 2) Dagverhaal II, p. 13,7.
. M p__pp p
8 .
mogelikheid voor ogen had gesteld, dat zich in het
door de Compagnie te veroveren gebied vrije kolo
nisten zouden vestigen. Aan de Kaap echter werd
het nut van een zodanige vestiging vroeg ingezien,
want reeds in 1657 wees _lAN VAN RIEBEEK grond aan 5,
aan ,,vrije luyden" onder zekere voorwaarden ,,nader
ordren onser principalen". 1) Blijkbaar werd de afwe-
zigheid van algemeen geldende wettelike verordeningen
gevoeld, want een van die voorwaarden was, dat
de ,,v1‘ije luyden" ,,sullen staan onder soodanige bur-
gerlijcken wetten ende rechten als na de vaderlantse
ende Indiese manieren gebruyckelijck is, ofte na desen ë
tot dienst van d’E. Compagnie ende meerder welvaart il
van ’t gemeen bevonden sal worden te behooren, ende x
bij placcaten ofte andersins te stellen, ’t welcke alles
in desen te langh soude vallen te begrijpen, maar bij
tijts ende wijle sigh selffs wel sal aanwijsen, ende van _
onze heeren principalen uijt ’t Patria vorders g’ordon-
neert cunnen worden, als het d’selve haer Ed. ten A
besten sullen bevinden te vereijsschen/’ 9) Zie ik juist, i
dan hebben wij hier de grondslag, waarop ons recht in i
Zuid Afrika rust. Hen, die iets weten van de rechts- A
v toestanden hier te lande in deze tijd, behoef ik niet
te wijzen op het vage van het begrip: ,,wetten ende l`
rechten naer de vaderlantse manieren gebruyckelijck". ,
g In vele opzichten stemden die wetten overeen maar
allerbelangrikste verschillen ontbraken er ook niet.
Een rechtspraak, met die verschillende wetten als basis, p
i was een onmogelikheid. De heer Roos, de tegen- j;
k
1) Dagverhaal II, p. 1 go. i
Y 2) Dagverhaal II, p. 13,7.
. M p__pp p