volg van hun vader. Maar Fergus zelf werd vergeefs
ezocht.
§’Veldra werden nu ook, nog zeer ver, drie strijd-
wagens zichtbaar. Zjj, die op de muur stonden, vroe-
gen elkander reeds a , of dit nu de zonen van Usnach {
waren. Doch nog voor men zekerheid had, zag men, ‘
A tegemoetrijdend de zonen van Fergus, Fiacha, de
. zoon van Concobar. Er was een stijgering van paar- 9
j _ den, een dreunend breken van de snelheid der nade _ M
,‘ . rendewagens.Toen stonden zij tegenover elkander stil. . A
j Fiacha sprak tot hen, en FergUs’ zonen stelden haa- E
stige, verwarde vragen, maar men kon hun woorden ~
[ niet vangen. Fiacha, na nog eenmaal gesproken te j
. hebben, wendde zijn wagen, en reed snel terug naar
` de poort van Emain Macha. X.
j Woedend zetten Fergus’ zonen daarna de paarden +
jg aan en in driftige vaart reden zij door, gevolgd door [
.l de krijgslieden van hun vader. Toen zij onder de mu- lj
{i ren voorbijreden zag men hun gelaten. Men vroeg Q
. zich af, waarom deze norsch waren en somber. En
I verwarde verbazing was er toen men zag, dat zij de
j` poorten van Emain Macha rechts lieten liggen, en · j
§ snel doorreden in de richting, waar de Roode Burcht, ._j
` de oude woning der krijgslieden van Ulster, stond. . r Yi
E Hen naziende, hoorde men van ver het geluid van I
ll een nieuwe nadering. Men schrok op, en liep dicht r .
i` op elkander te hoop aan de rand van den muur. ‘De j j
f zonen van Usnach! De zonen van Usnachl’ Men y
zeide het elkander met haastige,ingehouden stemmen.
· ’ Maar fel van verwachting waren de oogen, die uit- ik
" zagen naar het oosten, naar den avond, die waaiend
41
t t 4
- ""
ezocht.
§’Veldra werden nu ook, nog zeer ver, drie strijd-
wagens zichtbaar. Zjj, die op de muur stonden, vroe-
gen elkander reeds a , of dit nu de zonen van Usnach {
waren. Doch nog voor men zekerheid had, zag men, ‘
A tegemoetrijdend de zonen van Fergus, Fiacha, de
. zoon van Concobar. Er was een stijgering van paar- 9
j _ den, een dreunend breken van de snelheid der nade _ M
,‘ . rendewagens.Toen stonden zij tegenover elkander stil. . A
j Fiacha sprak tot hen, en FergUs’ zonen stelden haa- E
stige, verwarde vragen, maar men kon hun woorden ~
[ niet vangen. Fiacha, na nog eenmaal gesproken te j
. hebben, wendde zijn wagen, en reed snel terug naar
` de poort van Emain Macha. X.
j Woedend zetten Fergus’ zonen daarna de paarden +
jg aan en in driftige vaart reden zij door, gevolgd door [
.l de krijgslieden van hun vader. Toen zij onder de mu- lj
{i ren voorbijreden zag men hun gelaten. Men vroeg Q
. zich af, waarom deze norsch waren en somber. En
I verwarde verbazing was er toen men zag, dat zij de
j` poorten van Emain Macha rechts lieten liggen, en · j
§ snel doorreden in de richting, waar de Roode Burcht, ._j
` de oude woning der krijgslieden van Ulster, stond. . r Yi
E Hen naziende, hoorde men van ver het geluid van I
ll een nieuwe nadering. Men schrok op, en liep dicht r .
i` op elkander te hoop aan de rand van den muur. ‘De j j
f zonen van Usnach! De zonen van Usnachl’ Men y
zeide het elkander met haastige,ingehouden stemmen.
· ’ Maar fel van verwachting waren de oogen, die uit- ik
" zagen naar het oosten, naar den avond, die waaiend
41
t t 4
- ""